Ik maar wachten, dag in dag uit. Het werd zaterdag, het werd zondag en maandag, het werd dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en wéér zaterdag, uiteindelijk werd het zelfs 4 mei en 5 mei, de dagen waarop steeds meer Nederlanders – de dikke ik meldt zich in tal van gedaanten – zich laten leiden door de gedachte dat gemeenschapszin ondergeschikt is aan wat henzelf, vaak om duistere redenen, beweegt.